Sudentenreis naar Lubumbashi, DRC

Om studenten van de VUB de mogelijkheid te geven om de concrete, dagdagelijkse realiteit van een land in het ‘Zuiden’ te zien, te ruiken, te horen, te voelen, kortom te ervaren met alle zintuigen organiseert UCOS een studentenreis naar Lubumbashi. Deze reis wordt omkaderd door een voor- en natraject. Alle info over dit project vind je via www.studentzoekwereld.be. Op deze blog vind je een weergave van de avonturen van de 10 studenten die in academiejaar 2008-2009 hebben deelgenomen.


Voor editie 2009-2010, zie http://lubumbxl10.blogspot.com

zaterdag 23 mei 2009

Laatste sfeerbeelden

En om het af te leren, een laatste selectie sfeerbeelden om even bij weg te dromen.

Wil je in academiejaar 2009-2010 ook deelnemen aan dit traject, surf dan als de bliksem naar onze trajectpagina's op studentzoektwereld.be!

vrijdag 15 mei 2009

Een rugzak vol Congolese ervaringen


Zoals jullie in een vorige Moeial hebben kunnen lezen, organiseert UCOS dit academiejaar een educatief traject met studentenreis naar Lubumbashi, DR Congo. De 10 studenten die geselecteerd waren, hebben, na enkele voorbereidende weekends in het eerste semester, een kleine 2 weken rondgelopen op Congolese bodem. Ze hebben er kennis gemaakt met 10 van hun Lushois collega’s en samen met hen o.a. diverse projecten van universitaire ontwikkelingssamenwerking en ngo’s bezocht. Sinds 16 februari zijn ze, een rugzak vol ervaringen, vriendschapsbanden, indrukken, verhalen,... rijker terug in België. Bij deze gunnen we jullie een blik in hun overvolle rugzak...


Karel: Wat waren jullie motivaties om deel te nemen aan het project? Waarom wilden jullie mee naar Congo?
Samuel Lietaer: “Afrika heeft me altijd al aangestaan. Afrika is een continent waarover we veel lezen, maar dan telkens in een specifieke oorlogscontext, dus eerder negatief, ofwel het Afrika van de dieren. Safari’s en dergelijke. Lubumbashi leek zo… echt Afrika. Lubumbashi leek een heel speciale regio. Het leek wel eens interessant om het echte Afrika te zien en niet zomaar de cliché-beelden. Het is onbekend en het onbekende trekt me aan.”
Evelyne Malfliet: “Ik sluit me daar volledig bij aan. Ik wilde ook meegaan op reis. Waarom? Omdat je Afrika alleen maar kent van op tv. Zo zijn er eigenlijk twee Afrika’s. ik wilde graag eens het echte Afrika eens zien, en dan vooral Congo, omdat de band met België nog steeds heel groot is. De fascinatie voor Afrika heb ik wellicht ook meegekregen van mijn ouders.”

Karel: De reis was in het kader van interuniversitaire uitwisseling en was dus educatief van opzet. Welk project sprak jullie het meest aan en waarom?
Evelyne: “Voor mij was dat de ferme Jacaranda. Ik vond het heel goed om te zien dat straatkinderen van de straat werden gehaald en vervolgens werden ingezet in projecten voor visserij en landbouw, om die terug in de maatschappij te integreren. Dat heeft me toch wel sterk aangesproken.”
Samuel: “Ik vind uhm… bij mij ging het eerder om het CEDemol, omdat dát echt een interuniversitair project is. Ook omdat mijn promotor, professor Gorus, erachter zit. Zonder Belgisch geld zou dit Centre d’excellence pour la démocratie locale nooit hebben bestaan. Ze leveren echt interessant werk en heel belangrijk primair bronnenwerk. En het past binnen het kader van mijn thesis, waardoor het met extra aansprak. Hun resultaten vind ik echt opmerkelijk, ondanks hun tekort aan middelen, zoals boeken en dergelijke.”

Karel: Hoe gaan ze concreet te werk?
Samuel: “Wel, ze gaan dus echt in de brousse, in de kleine dorpjes en dan kijken ze hoe de administratie er zo vorm vindt. Dit doen ze ook in heel andere contexten, zoals in de grootsteden. De mensen gaan heel creatief om met democratie. Deze creativiteit rapporteren ze en brengen ze in kaart. Ze proberen ook het traditioneel Afrikaanse aspect erin te behouden. Tenslotte is democratie door het Westen ingevoerd. Zelfs de huidige grondwet is mede door Belgische juristen opgesteld. Het CEDemol gaat na hoe de democratische waarden en de grondwet tot in de brousse kunnen doordringen en hoe men ze dat ginder interpreteren. Dat zorgt vaak voor een typische Afrikaanse touch. Dankzij die mensen kan een nieuwe soort democratie ontwikkeld worden, die kan functioneren in de Afrikaanse samenleving.”
Karel: Jullie werden tijdens de projecten vergezeld door tien studenten van de UNILU, de universiteit van Lubumbashi. Hoe verliepen de contacten?
Samuel: “Ik vond het onmiddellijk heel goed eigenlijk. Vanaf het begin zijn we heel warm ontvangen. Door liedjes, handjes geschud, mekaar voorgesteld. In de bus was iedereen direct aan de praat geraakt met Congolezen. Er was geen kilte of afstandelijkheid.”
Evelyne: “Ik vond het wel een aanpassing. Het was heel leuk van in het begin, maar je moet er wel inkomen. Je gaat er wel van uit dat universiteitsstudenten misschien ook wel wat meer westers waren, qua waarden. Toch merkte ik vanaf het begin veel verschillen. Alle, ik bedoel dit niet slecht, maar ik moest me echt wel aanpassen, van denkwijze veranderen en me proberen te verplaatsen in hun leefwereld. Dat vond ik wel een aanpassing. Maar na een paar dagen ging dat wel beter.”



Karel: Zijn er een aantal concrete voorbeelden waarover je kan zeggen dat het toen wat moeilijker was om te weten hoe te reageren? Een lastige vraag die men je stelde, bijvoorbeeld?
Evelyne: “Het grootste verschil met ons is dat ze heel directe vragen stellen, maar jijzelf moet soms een heel kader schetsen om je antwoord duidelijk te maken. …Misschien lag de moeilijkheid soms ook wel bij m’n gebrekkige Frans.” (lacht)
Karel: Nog iets aan toe te voegen, Sam?
Samuel: “Ja, de taboe’s, af en toe. We konden wel heel gemakkelijk overweg met hen. En na een paar dagen konden we wel een aantal onderwerpen aansnijden die wat gevoeliger liggen, zoals de positie van de vrouw, het koloniale verleden van België. Daar is het toch belangrijk goed te nuanceren.”
Evelyne: “Ja, of geloof. Godsdienst is ook echt ook een punt waar je moet nuanceren.”
Samuel: “Ik vond toch wel dat ze heel tolerant waren.”
Evelyne: “Zo heel open naar ons. Want ja, ‘we willen echt wel weten hoe jullie leven’. Ze waren heel nieuwsgierig.”
Samuel: “Ze waren ook helemaal niet reactionair tegenover onze antwoorden. Ze waren ook niet compleet versteld en dat was wel verwonderlijk. Ik had verwacht dat ze meer gesloten zouden blijven of amper zouden luisteren en bij hun ideeën blijven.”
Evelyne: “Ja, dat dacht ik ook.”
Samuel: “Bon, ze blijven hun ideeën behouden, maar ze hebben wel begrip voor wat wij…”
Evelyne: “Ja, ze weten dat er ook andere opvattingen bestaan.”

Karel: Wat is nu voor jullie de eindconclusie? Waarom zouden jullie anderen aanraden zich in te schrijven voor het project?
Sam: “Omdat het een enorme verrijking is. Het opent echt je visie op de wereld.”
Evelyne: “Je krijgt ook wel inzicht in de geschiedenis van ons eigen land. Ik wist niet dat de relatie tussen Congo en België nog zo sterk was.”
Karel: En grootste mee- en tegenvallers?
Samuel: “Meevallers… ik zou zeggen dat het contact heel goed was, ook met de Belgische deelnemers onderling. En het zijn ook schitterende begeleiders. Dat maakt ook veel. Dit was ook bevorderlijk voor het contact met de Congolezen. Bovendien was het programma goed gevuld. Er waren geen dode momenten. Het was trouwens heel verscheiden. Voila! Tegenvallers zijn eigenljk moeilijk te vinden. Van mijn kant tenminste.”
Evelyne: “Ja, bij mij ook niet. Het is enkel maar aan te raden. Het was super leuk.”

Wil je meer te weten komen over dit project? Kom dan zeker naar de getuigenissenavond die de deelnemers organiseren op donderdag 2 april vanaf 19u in de STOA. Vanaf einde maart zal je via de website www.studentzoektwereld.be ook een impressie kunnen krijgen van hun avonturen.

UCOS organiseert dit educatief traject met studentenreis naar Lubumbashi volgend jaar opnieuw. Meer info zal vanaf einde maart beschikbaar zijn via www.studentzoektwereld.be. Nu al vragen? Neem gerust contact op met guy.capals@ucos.be.

Interview door Karel Deneckere, verschenen in de Moeial van maart 2009

donderdag 23 april 2009

Met de bus naar Kipushi

Een paar dagen na de eerste uitzending, kwamen we weer in het nieuws (zij het van een concurrerende zender :-)

Onderwerp deze keer was onze uitstap naar de velden van Kipushi, een stad in de buurt van Lubumbashi. We wilden immers ook stilstaan bij de kansen die (duurzame) landbouw biedt als alternatief voor een te grote afhankelijkheid van de mijnindustrie die zeer gevoelig is aan conjunctuurschommelingen. We werden hierbij begeleid door de enthousiaste mamans van REFED, Réseau Femme et Developpement die ons uitlegden hoe gendervriendelijke landbouw een hefboom kan zijn voor vrouwen en dus voor hele gemeenschappen.

De beelden spreken voor zich...

Societe de Terril de Lubumbashi

Lubumbashi bevindt zich in de provincie Katanga die rijk is aan mineralen, pal in de 'copperbelt'. Er zijn dan ook vele mijnondernemingen actief. Eentje daarvan is de Société de Terril de Lubumbashi. STL exploiteert de befaamde 'terril de lubumbashi' (ook bekend als de 'big hill, die met google earth perfect te zien is): deze terril is eigenlijk een 'afvalberg' die echter nog een grote hoeveelheid aan koper, kobalt en germanium bevat. STL graaft deze berg laag per laag af en raffineert de aanwezige mineralen.



Zeker met de hausse van de grondstoffenprijzen een aantal jaren geleden, kende de mijnsector een enorme boom. De gevolgen van de economische crisis laten zich echter even hard voelen: mijnondernemingen die sluiten, tienduizenden arbeiders die op straat komen te staan,... Voor meer info zie http://www.intal.be/nl/article/crisis-noorden-nekt-mijnbouw-de-dr-congo

vrijdag 10 april 2009


Neem tien VUB-studenten uit verschillende studierichtingen, stuur ze voor twee weken naar Lubumbashi in Congo en laat ze kennismaken met tien even verscheiden Congolese studenten. Dat idee lanceerde UCOS, de vzw die aan de Vrije Universiteit Brussel rond ontwikkelingssamenwerking werkt. Een succesvol idee, getuige de enthousiaste reacties van de Congo-reizigers bij hun terugkeer.

Educatief traject met studentenreis naar Congo

UCOS, het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking, laat de studenten aan de Vrije Universiteit Brussel al bijna drie decennia lang kennismaken met internationale solidariteit en duurzame ontwikkeling. Aan de hand van sensibiliserende evenementen, debatten en een info- en actiepunt wil de vzw studenten bewust maken van de Noord-Zuidproblematiek. Voor het eerst werd ervoor gekozen om studenten ter plaatse het Afrika-gevoel te laten opsnuiven.

"Voor ons is dit een manier om ons werk in de praktijk om te zetten, zodat studenten met hun eigen ogen kunnen zien wat ontwikkelingssamenwerking op het terrein betekent”, legt initiatiefnemer Guy Capals van UCOS uit. “Specifiek aan onze studentenreis is trouwens dat we ter plekke uitgebreid aandacht besteden aan de universitaire ontwikkelingssamenwerking. Dit is een dimensie die bij studenten niet echt bekend is, maar die wij als NGO verbonden aan een universiteit toch in beeld willen brengen.”

De reis naar Lubumbashi in de Congolese provincie Katanga kadert in een breder ‘educatief traject’. “De reis is het hoogtepunt van een project dat in oktober 2008 van start ging met een infoavond. Daar stelden zowat dertig studenten zich kandidaat.” Vermits er maar tien plaatsen waren, werd er geselecteerd. “Omdat er voor een dergelijke reis toch wat maturiteit vereist is, kwamen eerstejaarsstudenten niet in aanmerking. Daarnaast was het ook belangrijk dat wie meeging een mondje Frans kon praten. Maar we wilden vooral met een heterogene groep op vlak van leeftijd, geslacht én opleiding vertrekken”, vertelt Capals.

VUB-expertise

De tien uitverkorenen leerden elkaar wat beter kennen tijdens twee voorbereidingsweekends waar ze meer te weten kwamen over de geschiedenis van Congo en de politieke situatie in het land en meer specifiek in de mijnstreek Katanga. “Daarvoor konden we gebruik maken van de uitgebreide expertise die hier aan de Vrije Universiteit Brussel aanwezig is met onder meer historicus Guy Vanthemsche en jurist Jan Gorus”, aldus Capals. Voor de organisatie ter plaatse kon de VUB-delegatie rekenen op de contacten van prof. Gorus die in Lubumbashi een universitair ontwikkelingssamenwerkingsproject heeft lopen. De vluchten werden dan weer gesponsord door Brussels minister voor Externe Betrekkingen Guy Vanhengel. De kosten ter plaatse voor overnachtingen, maaltijden en vervoer – zo’n 1000 euro per persoon – waren voor de studenten zelf. Om het contact met de Congolezen intens te laten verlopen werden tien Congolese studenten van de Universiteit van Lubumbashi (UNILU) geselecteerd, wat voor unieke ontmoetingen zorgde. “De reacties bij beide groepen studenten waren zeer positief, ook al was het - gezien het taal- en cultuurverschil - niet altijd even gemakkelijk om elkaar te begrijpen.” Capals zou de Congolese studenten ook graag naar Brussel uitnodigen. “Voorlopig is dat niet mogelijk, maar we willen wel op termijn kijken of we dat kunnen doen.”

Intense ervaring


“Ik vond het super”, zegt laatstejaars TEW-studente Nathalie Larno. “Maar het was ook confronterend. Zeker het laatste weekend toen we de stad verlieten en richting platteland trokken. Dan besef je wel hoe goed we het in België hebben.” Ook Davy Van der Beken, masterstudent Internationaal en Europees recht, blikt tevreden terug op zijn eerste Afrika-trip. “Het was een heel intensieve reis, maar heel leerrijk en alles was goed ingekaderd. Het enige waar ik een beetje last van heb gehad zijn mijn darmen, maar dat hoort er blijkbaar bij.” (lacht) “Je komt wel echt in een andere wereld terecht. Ik verwachtte mij aan een onthaaste samenleving en zo was het ook. Als je bij ons een kledingzaak binnenstapt, komt er meteen een winkelbediende op je afgelopen. Als je in een Congolese winkel bent, moet je bij wijze van spreken vragen of je mag betalen. Je moet dus heel assertief zijn. Dat ben ik niet gewend, maar het deed wel goed, eigenlijk.” Voor student Politieke Wetenschappen Bart Suykens was de reis eveneens een erg intense ervaring. “We volgden een strak schema en kregen heel wat informatie te verwerken. Bij mij overheerst een ambigu gevoel. We hebben heel mooie dingen gezien, maar je wordt ook geconfronteerd met de armoede en de wantoestanden. Maar een cultuurshock? Nee. Het was veel meer een shock om terug te keren naar België.”

Meer info ?

* www.studentzoektwereld.be
* guy.capals@ucos.be


Auteur: Thomas Mels Uit: Akademos JG.12 - NR.2 - 04.2009

maandag 23 maart 2009

On s'est bien amusé!

Natuurlijk hebben we ons in Lubumbashi ook goed geamuseerd, samen met de 'Kassapards' (studenten van de UNILU): samen gegeten, gedanst, op bezoek bij de Kirolubum, uit geweest in een 'boîte',...

zondag 15 maart 2009

Terugkomweekend

Enkele weken na de reis, was er alweer een terugkomweekend voorzien. Om elkaar terug te zien, verhalen uit te wisselen, maar ook om nog even stil te staan bij wat we in Lubumbashi allemaal hebben meegemaakt én om alvast de getuigenissenavond voor te bereiden.

zondag 8 maart 2009

UCOS in het nieuws in Lubumbashi

Jambo!

Het officiële onthaal op de Universiteit van Lubumbashi ging niet onopgemerkt voorbij. We waren omsingeld door een legertje... journalisten met als resultaat: een enthousiaste nieuwsuitzending diezelfde avond.
De Lushois zijn bljkbaar fervente journaalkijkers, want de daaropvolgende dagen werden we geregeld op straat herkend!

donderdag 5 maart 2009

Museum van Lubumbashi

We konden het befaamde museum van Lubumbashi tijdens ons verblijf natuurlijk niet links laten liggen. Het museum, dat onder andere gesteund wordt door het Museum voor Midden Afrika uit Tervuren, door DOGS, maar ook door groep Forrest (!) bezit een uitgebreide collectie archeologische, etnografische,... voorwerpen en staat bekend als het best uitgeruste uit heel Congo.
We werden er vakkundig rondgeleid en konden achteraf op het binnenplein genieten van een fruit vier-uurtje in de zon!

maandag 2 maart 2009

Tien studenten van de Vrije Universiteit Brussel trokken naar Congo.


Moezoengoe in goede en slechte tijden

De huidige situatie in Congo is zeer chaotisch. Dat hield een delegatie studenten van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) echter niet tegen om van 3 tot 17 februari naar Lubumbashi te reizen voor een uitwisselingsproject. Deze reis stond in het teken van een breder samenwerkingsverband tussen de VUB en de UNILU.


Lubumbashi is de tweede grootste stad van de Democratische Republiek Congo en tevens de hoofdstad van de zuidelijke provincie Katanga. De stad, vroeger Elisabethville gedoopt onder de Belgische vlag, is vandaag een belangrijk handelscentrum voor Congo. Katanga is de rijkste Congolese provincie en is, mede door zijn voorraad aan grondstoffen zoals koper, kobalt, zink en tin en de aanwezigheid van buitenlandse bedrijven, relatief gezien een van de meest stabiele regio’s in Congo.

De organisator van dit project, de educatieve vzw UCOS, ging niet zomaar over één nacht ijs. De reis werd voorafgegaan door een selectieronde en enkele infoweekends. Sofie Vanden Borre, studente aan de VUB en deelneemster aan de reis stelt: “De infoweekends waren interessant. Vooral de verschillende seminaries van professoren en de uitstappen naar Tervuren en de Matonge-wijk in Brussel waren echt de moeite.” Hierna was de Brusselse delegatie studenten voldoende ingeleid in de Congolese geschiedenis en cultuur om deze ook ter plaatse te ontdekken.

Eenmaal aangekomen werd de Belgische delegatie hartelijk onthaald door een Congolese groep studenten die meteen hun typische studentenlied aanzetten. De reis was goed gevuld. Zo werd er een bezoek gebracht aan verschillende ngo’s en bedrijven, de MONUC (VN-vredesmacht actief sinds 2001) maar ook met plaatselijke vrijwilligersorganisaties en verenigingen werd uitgebreid kennis gemaakt. “Het meest aangrijpende project was dat van de Salesianen (Orde van Don Bosco, red.),” aldus Sofie. “Zij hebben sinds ´83 een project in Lubumbashi met verschillende opvangtehuizen voor straatkinderen. Dit project was speciaal omdat er wordt geprobeerd kinderen op te voeden, te steunen en te reïntegreren, maar dan op initiatief van het kind zélf. Er wordt ook gezorgd voor bemiddeling tussen kinderen, die vaak worden verstoten na beschuldiging van hekserij, en hun ouders.” Tijdens al deze bezoeken werd uitgebreid samengewerkt met Congolese verenigingen en universiteitsmedewerkers van de Unilu, mensen die al jaren persoonlijke ervaring hebben met de Congolese situatie.

Woede

De reis verliep zo goed als vlekkeloos, maar eenmaal kwam de ontvlambaarheid van de situatie toch aan het licht. “Tijdens een uitstap kwamen we langs een woelige situatie die ontstaan was doordat er een mijnwerker was aangereden door een auto. Een kleine aanleiding is genoeg om de mensen in woede te laten uitbarsten en zeker nu onder de verslechterende omstandigheden van de economische crisis. Zo probeerde een grote groep mensen ons tegen te houden, gewoon omdat wij een vreemd element waren in de situatie. Voor hen waren wij moezoengoe: blanken en dit had soms positieve, maar soms ook minder positieve gevolgen,” verhaalt Sofie.

Men kan moeilijk ontkennen dat dergelijke projecten enorm bijdragen tot het smeden van interculturele banden en verrijking van beide werelden. “Het is niet altijd eenvoudig om de complexe situatie te overzien, maar achteraf bekeken was het echt een positieve en fantastische ervaring,” besluit Sofie.

Auteur: Mathias Vanden Borre – verschenen in Veto nr 15, 23-02-09

zaterdag 28 februari 2009

Welkom op de Bxl-Lubum blog!

Hier zal je de komende weken steeds meer foto's, filmpjes, verhalen,... kunnen vinden over onze allereerste studentenreis naar Lubumbashi.

Kom dus zeker regelmatig eens piepen.

Een eerste filmpje willen we je alvast niet onthouden:

Bunkeya

Zaterdag 14 februari begon de dag heel vroeg. Om 5.50u liep mijn wekker voor de eerste keer af. Met een zeker gevoel van opwinding stond ik op. Vandaag zouden we de stad ruilen voor de brousse, een landschap waarmee ik amper vertrouwd ben en vanwaar een zeker ontastbaar mysterie uitgaat. Enkele dagen geleden was de planning voor de weekenduitstap licht gewijzigd: er zouden veiligheidsagenten meereizen. Welke de risico’s waren die aan de reis van nauwelijks 180 km vast hingen was me nog niet volledig duidelijk.

Na het ontbijt verspreidden we ons over twee witte terreinwagens, een gesloten jeep en een halfopen pick-up, en vertrokken we richting Bunkeya. De jeep, waarin ik zat, bleek uiterst oncomfortabele banken te hebben, wat me ervan weerhield om terug in te dommelen. Of de pick-up daar meer geschikt voor zou zijn geweest was onwaarschijnlijk, want de wegen – zo bleek al gauw – zouden voor een letterlijk bewogen reis zorgen.

Papa Moamba, een zwijgzame 78-jarige Congolees, zat wat ineengedoken aan het stuur van de jeep. Aan het stuur van de pick-up zat Fabrice, een wakkere Belg met verleden in de Belgische geheime dienst, die reeds acht jaar in het land woont. In de laadbak van zijn wagen zaten twee nogal stoer ogende agenten van Fabrice’ bedrijf Delta Protection.

De weg naar Bunkeya was lastig, zowel voor onervaren Afrika-passagier als voor de chauffeur. Onderweg zagen we het landschap geleidelijk aan ruwer worden, heuvelachtiger en meer bebost. De rode weg die de fel groene landschappen doorsneed was hobbelig en schudde ons meerdere malen door elkaar. Hoe vanzelfsprekend is asfalt toch voor ons verwende westerlingen. Eindelijk was het dan zover, de gsm-mast van het dorpje kwam in zicht. Aan de laatste heuvel voor het dorp werden we opgewacht door een delegatie scouts, die via via van onze komst op de hoogte waren gebracht. Om de eer in ontvangst te nemen, stapten we uit en liepen we te voet mee. Een sympathiek gebaar, maar misschien wat te veel van het goede, leek me.



Na een vlugge kennismaking zetten we aan richting dorp. Het gezang en energieke gedans en geloop, trok ettelijke tientallen kinderen uit het dorp aan. Hun enthousiasme werd nog groter bij het opmerken van de musungu’s. Zelf kinderen van – naar schatting – vijf jaar zag ik het woord broebelen. Zijn we dan echt zo bijzonder? De ouderen staan met schijnbare argwaan vanuit hun deurposten toe te kijken. Omringd door een ganse meute bereikten we het klooster, een restant van de Belgische kolonisator waar we zouden overnachten. Na een hartelijke verwelkoming van maman Yvonne, kregen we onze kamers toegewezen en werden we voor de maaltijd uitgenodigd. Enkele van m’n medestudentes hadden dorpskinderen op de arm of op de schoot.

Na de maaltijd brachten we een bezoek aan de dorpsoverste – burgemeester, zeg maar – wiens naam me is ontgaan. Hij zou ons vertellen over de grote held van Bunkeya, Musiri genaamd, die zich meer dan een eeuw geleden hevig verzette tegen de Belgische kolonisatie. Musiri had reeds eerder heldendaden verricht, maar pas nadat ene kapitein Botson drie kogels in zijn lijf gejaagd had, ging hij tegen de vlakte en werd hij legendarisch. Musiri’s zoon doodde daarop de moordenaar van zijn vader en wat daarop volgde is geschiedenis. De uiteenzetting van de burgemeester was nogal onduidelijk, met als gevolg dat ik last kreeg van plaatsvervangende schaamte. Dit verergerde toen hij ons naar het twijfelachtige monument leidde en een tropische stortbui losbarstte. Onverstoord ging hij verder, maar na enige vertwijfeling besloot ik toch onderdak te zoeken.

Volledig doorweekt kwamen we terug in het klooster aan. Het gebrek aan voeling met het land had de meesten onder ons doen vergeten hoe nat de regen hier is. Droge kledij werd een schaars goed. Maman Yvonne was zo goed ons een mini-kolenkacheltje te brengen. Zo brachten we de rest van de namiddag door rond gloeiende kolen, in de overdekte wandelgangen rond de binnentuin van een klooster dat op instorten staat, te midden van wellicht het meest bizarre dorp waar ik ooit voet heb gezet. We sloten de dag af op een terras, verlicht door slechts één spaarlamp en omringd door jongeren die naar Congolese muziekvideo’s zaten te gapen. Een vreemd gevoel overviel me, bijna onbehaaglijk, door ons opvallende anders zijn en doen. Strompelend door de modder keerden we één pintje later terug. Zonder veel moeite viel ik in slaap.

De volgende dag negeerde ik zoals gewoonlijk de eerste roep van mijn wekker. M’n kamergenoten waren voorbeeldiger en begonnen ijverig alles terug in te pakken en te kijken of er geen kakkerlakken in de kleren waren gekropen. Ontbijten deed ik amper. Geen honger. In de kapel van het klooster was een misviering bezig. Ik besloot een kijkje te nemen, ging het gebouw binnen en schoof aan op een van de achterste banken. Veel begreep ik niet van de mengeling van Frans en Swahili waarin de priester preekte. De liederen, die iedereen meezong of meemompelde, waren in dezelfde taal, maar het weerhield me niet een brok in de keel te krijgen. Ik wilde huilen. Het was of iedereen z’n leed uitriep, een leed waartegen het mijne niet leek opgewassen.

We zouden vertrekken en ik liet de misviering voor wat ze was. Na hartelijk dankjewel aan maman Yvonne, de burgemeester en de scoutsjongens, klommen we de voertuigen opnieuw in. Een kort en bevreemdend verblijf hadden we hier gehad. Waarom waren we nu alweer naar hier gekomen? Geen idee. Ontspanning na een veeleisende week. Ditmaal belandde ik op de achterbank van de pick-up van Fabrice. De weg terug zou een spannende afsluiting van de uitstap worden.

Na enkele kilometers vernamen we via radio trottoir, de rondgaande geruchten op straat, dat er wat verder op de hoofdweg een ongeluk was gebeurd: een creuseur (benaming voor artisanale mijnwerkers) was aangereden en er zou een kleine volkstoeloop zijn ontstaan. Fabrice wees ons erop dat dit problemen zou kunnen betekenen. Inderdaad. Weer vernamen via hetzelfde kanaal dat andere creuseurs en wegblokkade hadden opgeworpen enkele kilometers verder.

Fabrice stopte z’n wagen, gaf instructies aan papa Moamba in de jeep, droeg z’n agenten op alle bagage in de gesloten jeep te laden. We kregen te horen ramen en deuren te sluiten, horloges, brillen, juwelen en dergelijke op te bergen wanneer we de blokkade zouden naderen. De wegversperring was al van ver zichtbaar. Een geschatte twee à driehonderd creuseurs waren er samengekomen om geld te eisen van chauffeurs. Fabrice had beide van zijn agenten geld gegeven.

Wanneer we aan de versperring kwamen, schrok ik van de jeugdigheid van de creuseurs. De meeste leken me niet ouder dan achttien. Sommigen droegen stokken of metalen voorwerpen, wellicht bedoeld om onwillige chauffeurs te overtuigen. De retoriek van het gebeuren hielp ons de ernst van de situatie inzien. Gelukkig kwamen we er zonder kleerscheuren van af. Opluchting.

Wat later zagen we in de verte weer een wegversperring, maar nu een grotere. Een ingetogen paniek bekroop me. Dit waren geen honderd, maar duizend creuseurs. De wagens die voor ons reden leken evenmin geneigd deze massa tegemoet te rijden. Zelf Fabrice, anders zo koelbloedig, besloot dat dit te riskant was. Gelukkig was er een klein grindwegje dat misschien een uitweg bood. Ook de andere wagens voorkozen deze optie. Waar we ook zouden uitkomen, het zal alleszins beter zijn dan de blokkade. We kwamen doorheen allerlei kleine gehuchten, maar improviserend kwamen we terug op de hoofdweg, voorbij de blokkade.

Om wat te bekomen van de spanning gingen iets eten in het naburige Likasi, een stadje dat net als zoveel andere in Katanga, overheerst wordt door de mijnbouw en Gécamines in het bijzonder. Het is er nu opvallend rustig...

Auteur: Karel Deneckere, oorspronkelijk gepubliceerd op wereldblog www.mo.be

donderdag 26 februari 2009

Universiteit van Lubumbashi

Eén van de eerste dingen die we in Lubumbashi gedaan hebben is, natuurlijk, de Universiteit van Lubumbashi bezocht. Net als de VUB is het een centrale campus met veel groen (soms te veel :-). Alhoewel een van de betere universiteiten, kan je toch niet naast de te kleine en vaak onderkomen gebouwen kijken. Ondanks de niet evidente omstandigheden, zijn de studenten zelf enorm gemotiveerd om er het beste van te maken. Zij weten dat echte wijsheid in het hoofd zit.

woensdag 25 februari 2009

Bezochte projecten

De reis zelf stond natuurlijk voor een groot stuk in het teken van het bezoeken van allerlei projecten: enerzijds projecten van NGO's en anderzijds projecten van Universitaire Ontwikkelingssamenwerking.
Thema's die aan bod kwamen: straatkinderen, decentralisering, gezondheidszorg, duurzame landbouw, startende ondernemers, gender,...

donderdag 19 februari 2009

Lubumbashi Wantanshi

De reis met UCOS naar het Congolese Lubumbashi beloofde reeds op voorhand een interessante ervaring te worden. Nu we er, na drie maanden van gespannen afrwachten, eindelijk zijn, wordt belofte werkelijkheid.

Reeds dag vijf van een verblijf waarbij de tijd lijkt voorbij te razen. DR Congo overtreft al mijn verwachtingen die ik erover had. Ambiguïteit is een constante geworden in vrijwel alle gevoelens die zich sedert Vier februari meester van mij hebben gemaakt : familiariteit flirt met ondoorgrondbaarheid, sympathie met afkeer. Lubumbashi lijkt een stad die heel langzaam erodeert. Het rood-oranje zand en het stof zijn als het ware de voorboden van een uitgestelde begrafenis.




Miserie is er een publiek goed, waarin vrijwel iedereen deelt. Het speelt zich niet af achter gesloten deuren zoals elders eerder het geval is. Bepaalde clichés worden voortdurend bevestigd en herbevestigd: kinderen die zonder enige schroom om geld vragen, ouderen stellen zich al tevreden met een telefoonnummer. De blanke – musungu – krijgt voortdurend bevestiging van zijn anderszijn. Overdag galmt muziek doorheen de straten, het ritmeert de dag. Het doet me de Lushois verdenken van optimisme en hoop.

Alweer dubbelzinnigheid. Na zonsondergang wordt alles anders : de luchtige vrolijkheid neigt meer naar brutaliteit. We – mijn medestudenten en ik – worden sterk op het hart gedrukt niet alleen de nachtelijke straten te doorkruisen. Om verschillende redenen zou de misdaad een sterke stijging kennen: de international economische crisis doet de inwoners van de naburige provincie Kasai afzakken naar het “rijke” Katanga, op zoek naar werk; de militaire ondernemingen in de noordoostelijke Kivu-provincies kan de gemoederen extra verhitten.

En dit komt bovenop de lijm- en petroleumsnuivers die, in hun poging aan de wrede realiteit van alledag te ontsnappen, zich nog weinig bewust zijn van hun handelingen. En toch. Lubumbashi prikkelt de zintuigen zoals ik nog nooit eerder mocht ervaren. De levendigheid, de ontroering en de angst verstrakken de zenuwen en maken dat alle prikkels tot in het diepste van mijn bewustzijn doordringen.

Auteur: Karel Deneckere; oorspronkelijk gepubliceerd op 'wereldblog' www.mo.be

donderdag 12 februari 2009

Foto's aankomst studenten VUB

De foto's van de aankomst van de studenten van de VUB staan online! Je kan zien dat ze warm onthaald zijn door de Kassapards!