Sudentenreis naar Lubumbashi, DRC

Om studenten van de VUB de mogelijkheid te geven om de concrete, dagdagelijkse realiteit van een land in het ‘Zuiden’ te zien, te ruiken, te horen, te voelen, kortom te ervaren met alle zintuigen organiseert UCOS een studentenreis naar Lubumbashi. Deze reis wordt omkaderd door een voor- en natraject. Alle info over dit project vind je via www.studentzoekwereld.be. Op deze blog vind je een weergave van de avonturen van de 10 studenten die in academiejaar 2008-2009 hebben deelgenomen.


Voor editie 2009-2010, zie http://lubumbxl10.blogspot.com

maandag 2 maart 2009

Tien studenten van de Vrije Universiteit Brussel trokken naar Congo.


Moezoengoe in goede en slechte tijden

De huidige situatie in Congo is zeer chaotisch. Dat hield een delegatie studenten van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) echter niet tegen om van 3 tot 17 februari naar Lubumbashi te reizen voor een uitwisselingsproject. Deze reis stond in het teken van een breder samenwerkingsverband tussen de VUB en de UNILU.


Lubumbashi is de tweede grootste stad van de Democratische Republiek Congo en tevens de hoofdstad van de zuidelijke provincie Katanga. De stad, vroeger Elisabethville gedoopt onder de Belgische vlag, is vandaag een belangrijk handelscentrum voor Congo. Katanga is de rijkste Congolese provincie en is, mede door zijn voorraad aan grondstoffen zoals koper, kobalt, zink en tin en de aanwezigheid van buitenlandse bedrijven, relatief gezien een van de meest stabiele regio’s in Congo.

De organisator van dit project, de educatieve vzw UCOS, ging niet zomaar over één nacht ijs. De reis werd voorafgegaan door een selectieronde en enkele infoweekends. Sofie Vanden Borre, studente aan de VUB en deelneemster aan de reis stelt: “De infoweekends waren interessant. Vooral de verschillende seminaries van professoren en de uitstappen naar Tervuren en de Matonge-wijk in Brussel waren echt de moeite.” Hierna was de Brusselse delegatie studenten voldoende ingeleid in de Congolese geschiedenis en cultuur om deze ook ter plaatse te ontdekken.

Eenmaal aangekomen werd de Belgische delegatie hartelijk onthaald door een Congolese groep studenten die meteen hun typische studentenlied aanzetten. De reis was goed gevuld. Zo werd er een bezoek gebracht aan verschillende ngo’s en bedrijven, de MONUC (VN-vredesmacht actief sinds 2001) maar ook met plaatselijke vrijwilligersorganisaties en verenigingen werd uitgebreid kennis gemaakt. “Het meest aangrijpende project was dat van de Salesianen (Orde van Don Bosco, red.),” aldus Sofie. “Zij hebben sinds ´83 een project in Lubumbashi met verschillende opvangtehuizen voor straatkinderen. Dit project was speciaal omdat er wordt geprobeerd kinderen op te voeden, te steunen en te reïntegreren, maar dan op initiatief van het kind zélf. Er wordt ook gezorgd voor bemiddeling tussen kinderen, die vaak worden verstoten na beschuldiging van hekserij, en hun ouders.” Tijdens al deze bezoeken werd uitgebreid samengewerkt met Congolese verenigingen en universiteitsmedewerkers van de Unilu, mensen die al jaren persoonlijke ervaring hebben met de Congolese situatie.

Woede

De reis verliep zo goed als vlekkeloos, maar eenmaal kwam de ontvlambaarheid van de situatie toch aan het licht. “Tijdens een uitstap kwamen we langs een woelige situatie die ontstaan was doordat er een mijnwerker was aangereden door een auto. Een kleine aanleiding is genoeg om de mensen in woede te laten uitbarsten en zeker nu onder de verslechterende omstandigheden van de economische crisis. Zo probeerde een grote groep mensen ons tegen te houden, gewoon omdat wij een vreemd element waren in de situatie. Voor hen waren wij moezoengoe: blanken en dit had soms positieve, maar soms ook minder positieve gevolgen,” verhaalt Sofie.

Men kan moeilijk ontkennen dat dergelijke projecten enorm bijdragen tot het smeden van interculturele banden en verrijking van beide werelden. “Het is niet altijd eenvoudig om de complexe situatie te overzien, maar achteraf bekeken was het echt een positieve en fantastische ervaring,” besluit Sofie.

Auteur: Mathias Vanden Borre – verschenen in Veto nr 15, 23-02-09

Geen opmerkingen:

Een reactie posten